woensdag 18 februari 2009

School: de praktische kant I

Schoolkeuze: het belang van betrokkenheid, differentiëring en kleinschaligheid

Onze zoon zat aanvankelijk op een "gewone" stedelijke kleuterschool. Deze school was vrij groot (meer dan 300 kleuters) maar wel goed gestructureerd, heel mooi (groen) gelegen en met een aantrekkelijk pedagogisch project. Tot de 3de kleuterklas leek hij zich hier goed te voelen, en de juffen waren schatten die heel persoonlijk en nauw bij de kinderen betrokken waren. Vooral bij de juf van de tweede kleuterklas, die gedifferentieerd en ervaringsgericht werkte en in de eerste plaats oog had voor het welzijn van haar leerlingen, bloeide onze zoon helemaal open. Helaas liep het in de derde kleuterklas grondig mis, doordat enerzijds de juffen (duobaan) niet erg betrokken leken/waren en nauwgezet de ontwikkelingslijnen volgden met weinig gericht oog voor de eigenheid van de kinderen, en althans één van hen anderzijds bedenkelijke pedagogische strategieën hanteerde om zoon in de rij te laten lopen. Zo bleek vb. volgende situatie achteraf erg nefast: zoon had het moeilijk en kreeg tics; één van die tics bestond erin dat hij "kusmachine" speelde en alle kindjes probeerde te zoenen. Zijn klasgenootjes vonden dat op de duur vanzelfsprekend niet meer leuk, en de juf greep in: de eerstvolgende keer dat hij kusmachine was, plaatste ze hem op een "troon" in de kring en deed hem lippenstift op de lippen. Zoon heeft dit erg lang met zich meegedragen. Wij zijn hier pas veel later achtergekomen, toen de juf tijdens een korte babbel het voorval heel achteloos en giechelend aanhaalde...

Overstap naar een kleine methodeschool en het eerste leerjaar: moeilijk- en mogelijkheden

Voor het eerste leerjaar schreven we onze zoon in op een kleinschalige (ca 100 kinderen van 1e kleuters tot 6e leerjaar) ervaringsgerichte methodeschool. De overstap verliep veel minder vlot dan gehoopt. Achteraf gezien hadden we die kunnen verwachten, maar op dat moment wisten we nog niets over autisme. Ons kind kwam met beperkte sociale vaardigheden terecht in een - weliwaar klein, 10 leerlingen - klasje waar vrijwel iedereen mekaar al sinds de eerste kleuterklas kende, de groepsdynamiek lag voor een groot deel vast en liet zich moeilijk veranderen - zeker door een kind dat letterlijk als vreemde eend in de bijt kwam binnenvallen. Naast de sociale moeilijkheden kende onze zoon nogal onverwacht ook cognitieve problemen. Aangezien zijn toetertesten in de derde kleuterklas uitzonderlijk goed waren uitgevallen en hij thuis altijd blijk had gegeven van veel snuggerheid en interesse (vroeg tellen en zelfs sommetjes maken, grote woordenschat, creatief met taal, kleurschakeringen benoemen, goed geheugen, nieuws- en leergierigheid, grote opmerkingsgave, fantasie, links en rechts kunnen benoemen, erg goed in het bouwen met duplo en lego en het lezen van bouwplannen,...), gingen wij ervan uit dat hij meer dan gemiddeld intelligent was. Groot was dan ook onze verbazing toen bleek dat hij op een aantal vlakken slechts moeilijk meekon in dat eerste leerjaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten